1.1 Begrijpt de bedrijfs- en organisatieprocessen, de bedrijfsfuncties, de strategie en de bedrijfscultuur
|
|
1.2 Kan contextgebonden bedrijfs- en organisatieprocessen in kaart brengen
|
|
1.3 Ziet de verbanden tussen de verschillende bedrijfs- en organisatieprocessen
|
|
1.4 Formuleert en onderbouwt een (eenvoudig) advies voor de optimalisering van het bedrijfsbeleid op korte en lange termijn.
|
|
2.1 Verzamelt actuele economische informatie, o.a. consumentenvertrouwen, inflatiegraad, rentevoeten en grafieken/tabellen interpreteren.
|
|
2.2 Formuleert aanbevelingen bij managementbeslissingen op korte en lange termijn.
|
|
2.3 Formuleert aanbevelingen voor het optimaliseren van de financiële gezondheid van een onderneming.
|
|
2.4 Dedecteert problemen van juridische aard en weet hoe hiermee om te gaan.
|
|
3.1 Ziet werk, problemen en kansen binnen het bedrijf of de onderneming.
|
|
3.2 Bedenkt alternatieve ideeën, voorstellen, oplossingen en acties en werkt ze uit.
|
|
3.3 Zet een opportuniteit om in een project en stelt hiervoor een (eenvoudig) businessplan op.
|
|
3.4 Stelt budgetten op, onderbouwt en volgt deze op.
|
|
3.5 Werkt zorgvuldig en nauwgezet met oog voor details en afwerking, ook onder tijdsdruk.
|
|
4.1 Leeft zich in de situatie van anderen in.
|
|
4.2 Verdiept zich in de situatie van klanten.
|
|
4.3 Luistert actief naar problemen, klachten en wensen.
|
|
4.4 Onderneemt acties om de dienstverlening aan de klanten te optimaliseren.
|
|
4.5 Onderneemt acties om professionele contacten met stakeholders te leggen.
|
|
4.6 Onderneemt acties om professionele contacten met stakeholders verder uit te bouwen.
|
|
5.1 0ndersteunt processen met de gepaste IT-tools.
|
|
5.2 Verwerkt, beheert en analyseert met bestaande softwarepakketten gegevens om administratieve taken te versnellen / automatiseren.
|
|
5.3 Benut kritisch en integreert doelgericht standaardsoftware in zijn handelen om data, tekstuele en numerieke informatie efficiënt te verwerken en te communiceren in professionele context.
|
|
5.4 Kan een concrete bedrijfssituatie kritisch beoordelen en analyseren om vervolgens de juiste oplossing te selecteren via geïntegreerde software.
|
|
6.1 Zoekt efficiënt relevante & betrouwbare informatie en bronnen.
|
|
6.2 Stelt een plan van aanpak op en kiest de juiste onderzoeksmethoden.
|
|
6.3 Analyseert, interpreteert en evalueert correct en kritisch informatie.
|
|
6.4 Schrijft een onderbouwde conclusie en een praktisch advies uit.
|
|
7.1 Begrijpt en interpreteert op een correcte wijze mondeling geformuleerde boodschappen.
|
|
7.2 Rapporteert en/of verwoordt een informatieve boodschap, persoonlijke mening of standpunt.
|
|
7.3 Dialogeert rond zowel algemeen socio-economische als beroepsgerichte thema's.
|
|
7.4 Interpreteert en evalueert correct en kritisch geschreven zakelijke bronnen, boodschappen of instructies.
|
|
7.5 Integreert zakelijke informatie en cijfermateriaal gepast in een boodschap.
|
|
7.6 Schrijft informatieve en overtuigende teksten waarvan de stijl volledig is aangepast aan het publiek en kan daarvoor verschillende media combineren.
|
|
7.7 Correspondeert op een interactieve wijze met internen en externen in een beroepsspecifieke context.
|
|
8.1 Draagt actief bij tot een gemeenschappelijk resultaat (uitwisselen van informatie en informatie delen)
|
|
8.2 Neemt verantwoordelijkheid in het uitvoeren van gedelegeerde taken en/of voor het eigen deel van het teamwerk.
|
|
8.3 Houdt zich aan de gezamenlijk genomen beslissingen ook als die niet stroken met de persoonlijke mening.
|
|
8.4 Heeft een open houding; houdt rekening met de mening van anderen.
|
|
8.5 Bevordert de teamgeest.
|
|
9.1 houdt zich aan de deontologische beroepsregels
|
|
9.2 Handelt volgens algemeen aanvaarde ethische normen.
|
|
9.3 Handelt respectvol en integer.
|
|
9.4 Gaat adequaat om met verscheidenheid binnen de organisatie (cultuur, religie, geslacht, functiebeperkingen).
|
|
9.5 Houdt rekening met de belangen en de gevoeligheden van andere culturen.
|
|
9.6 Gaat zorgzaam om met mensen, middelen en omgeving.
|
|
10.1 Stelt zijn eigen functioneren als professional in vraag.
|
|
10.2 Kent sterktes en zwaktes in het eigen functioneren en formuleert verbeterpunten.
|
|
10.3 Stuurt zijn eigen functioneren bij in functie van zijn talenten.
|
|
10.4 Ontwikkelt een gerichtheid op levenslang leren.
|
|
10.5 Zoekt uit eigen beweging nieuwe leermogelijkheden en volgt (internationale) tendensen op.
|
|
10.6 Bevordert proactief de eigen deskundigheid.
|
|
10.7 Stuurt eigen aanpak bij op basis van deze nieuwe inzichten.
|
|
20.1 Informatie over de logistieke sector/functie, de supply-chain en inkoopfunctie verzamelen en interpreteren.
|
|
20.2 Inzicht hebben in de werking van de logistieke sector/functie, de supply-chain en de inkoopfunctie
|
|
20.3 De impact inschatten van bedrijfseconomische tendensen op de logistieke sector/functie, de supply-chain en de inkoopfunctie
|
|
21.1 Opslagsystemen implementeren en optimaliseren
|
|
21.2 Het voorraadbeleid uitstippelen en bijsturen
|
|
21.3 Een optimaal productieplan (helpen) opstellen
|
|
21.4 Het transportmanagement uitstippelen
|
|
21.5 Een aangepast distributiesysteem opstellen, invoeren en bijsturen
|
|
21.6 Relevante logistieke gegevens in de voorgeschreven vorm uitwisselen met alle betrokken partijen, rekening houdend met de totaliteit van de informatieflow
|
|
21.7 De logistieke processen coördineren. (productieorders creëren, documenten opmaken,...)
|
|
21.8 De geschikte ICT-tools toepassen bij de coördinatie van de logistieke processen
|
|