Odisee | ECTS
[PRD][v1.3.0.0]
ECTS OLR & Kerndoelen

Opleidingsonderdeel (OPO): Stage in Vlaanderen regulier traject 3 (OAK36A)

Academiejaar:


Opleidingsspecifieke leerresultaten

1.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs creëert krachtige speelleeromgevingen: hij zoekt naar afstemming tussen de belevingswereld en de beginsituatie van het kind, de context van de klas/school en de beoogde ontwikkelingsdoelen. Hij realiseert kwaliteitsvolle interacties met ieder kind en inclusief onderwijs zodat elk kind maximaal leert en ontwikkelt. Hij zoekt binnen het schoolteam ondersteuning wanneer er zorgen zijn over het ontwikkelingsverloop.

2.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs creëert een positief en verbindend leef- en speelleerklimaat gericht op persoonlijkheidsontwikkeling, emancipatie en maatschappelijke participatie van elk kind. Hij heeft oog voor het welzijn van elk kind. Hij herkent opvoedingsvragen en -noden en speelt hier gepast op in.

3.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs heeft inzicht in de brede ontwikkeling van de kleuter. Hij beheerst, actualiseert, verbreedt en verdiept zijn inhoudelijke en didactische expertise binnen alle leergebieden van de ontwikkelingsdoelen. Hij wendt deze geïntegreerd aan bij de vormgeving en realisatie van de speelleeromgeving. Hij gebruikt een correcte en uitdagende taal die de kinderen tot verdere ontwikkeling stimuleert.

4.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs organiseert voor kinderen en zichzelf een veilige, werkbare en stimulerende leef- en speelleeromgeving. Hij zorgt voor een flexibele doel- en kindgerichte planning. Hij gaat correct om met relevante administratieve taken.

5.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs blijft de kwaliteit van zijn onderwijs ontwikkelen. Hij reflecteert systematisch en kritisch over zijn eigen functioneren, zijn klas- en schoolpraktijk, stuurt bij en definieert professionaliseringsnoden. Hij zoekt naar onderbouwde antwoorden op vragen die de praktijk oproept en kan praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Hij wisselt nieuwe inzichten en ervaringen uit.

6.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs betrekt alle ouders en verzorgers als volwaardige partners bij het onderwijs van hun kinderen en het schoolgebeuren. Hij communiceert respectvol met oog voor diversiteit en houdt rekening met de complexiteit van de context.

7.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs werkt zowel autonoom als teamgericht. Hij neemt in een onderwijsteam mee de verantwoordelijkheid op voor de realisatie van de onderwijsvisie en het schoolwerkplan. Hij werkt samen en overlegt over de pedagogische en didactische opdracht en aanpak. Hij reflecteert met collega’s over het functioneren van het team.

8.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs neemt initiatief om te communiceren en samen te werken met externe partners om het welbevinden en/of de leerkansen van de kinderen te verhogen.

9.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs kan een onderbouwd standpunt innemen over onderwijskundige thema’s en de rol van de leraar in de samenleving, ook in internationaal perspectief.

10.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs informeert zich over en denkt kritisch en met een open geest na over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen vanuit zijn rol als leraar.

11.   De Educatieve Bachelor in het Kleuteronderwijs realiseert zijn opdracht vanuit de gepaste beroepshoudingen.



Kerndoelen

1.1   Achterhaalt de beginsituatie van de lerende en de leergroep.
3.0   Gevorderd
1.2   Kiest en formuleert gericht doelstellingen.
3.0   Gevorderd
1.3   Selecteert doelgericht leerinhouden en leerervaringen.
3.0   Gevorderd
1.4   Structureert leerinhouden en -ervaringen tot een samenhangend geheel.
3.0   Gevorderd
1.5   Hanteert gepaste werkvormen en groeperingsvormen.
3.0   Gevorderd
1.6   Kiest gepaste ontwikkelingsmaterialen en leermiddelen.
3.0   Gevorderd
1.7   Creëert een ontwikkelingsbevorderende leeromgeving voor elke lerende.
3.0   Gevorderd
1.8   Observeert en evalueert het proces en product met het oog het versterken van het leer- ontwikkelingsproces.
3.0   Gevorderd
1.9   Geeft leerinhouden en -ervaringen in horizontale en verticale samenhang vorm en bewaakt die samenhang.
3.0   Gevorderd
1.10   Biedt zorg in overleg met het team, binnen het zorgbeleid van de school en met het oog op inclusief onderwijs.
3.0   Gevorderd
1.11   Gebruikt een correcte, gepaste en uitdagende taal die de lerende tot verdere ontwikkeling stimuleert.
3.0   Gevorderd
1.12   Zet leer- en ontwikkelingsprocessen op vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
3.0   Gevorderd
1.13   Maakt gevoelig en staat open voor meertaligheid door onder meer aan talensensibilisering te doen.
2.0   Doorgroei
1.14   Wendt de diversiteit van de groep aan als leer- en ontwikkelingskans.
2.0   Doorgroei
1.15   Realiseert kwaliteitsvolle interacties met lerenden als basis voor leren.
3.0   Gevorderd
2.1   Gaat een authentieke relatie aan met elke lerende.
3.0   Gevorderd
2.2   Creëert een positief en verbindend klimaat in de klas en op school.
3.0   Gevorderd
2.3   Geeft op een gepaste manier grenzen aan om het welbevinden en de leerkansen van alle lerenden te vrijwaren.
3.0   Gevorderd
2.4   Ondersteunt de persoonlijkheidsontwikkeling, de emancipatie en de maatschappelijke participatie van elke lerende.
3.0   Gevorderd
2.5   Bespreekt actuele maatschappelijke ontwikkelingen met de lerenden.
2.0   Doorgroei
2.6   Herkent opvoedingsvragen en-noden en kan er gepast op inspelen.
3.0   Gevorderd
2.7   Bevordert het fysieke en geestelijke welzijn van de lerende.
3.0   Gevorderd
2.8   Communiceert verbindend en hanteert conflictsituaties op een positieve, oplossings- en herstelgerichte manier.
3.0   Gevorderd
3.1   Heeft inzicht in de brede ontwikkeling van de lerende.
3.0   Gevorderd
3.2   Beheerst de inhoudelijke, didactische en pedagogische expertise van de leergebieden en kan deze actualiseren, verbreden en verdiepen.
3.0   Gevorderd
3.3   Wendt de verworven expertise met betrekking tot leergebieden aan op een geïntegreerde manier.
3.0   Gevorderd
3.4   Situeert het eigen onderwijsaanbod in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op begeleiding en oriëntering van de lerenden.
2.0   Doorgroei
3.5   Communiceert schriftelijk en mondeling in Standaardnederlands.
3.0   Gevorderd
4.1   Organiseert een stimulerende, werkbare en veilige leef-, speel- en leeromgeving.
3.0   Gevorderd
4.2   Zorgt voor een flexibele doel- en kindgerichte planning.
3.0   Gevorderd
4.3   Voert relevante administratieve taken correct uit.
3.0   Gevorderd
4.4   Organiseert klasoverschrijdende initiatieven.
1.0   Basis
5.1   Reflecteert systematisch en kritisch over zijn eigen functioneren, zijn klas- en schoolpraktijk.
3.0   Gevorderd
5.3   Integreert vernieuwende inzichten en innoveert.
3.0   Gevorderd
5.5   Definieert persoonlijke professionaliseringsnoden in functie van levenslang leren.
3.0   Gevorderd
6.1   Informeert zich (breed) over en gaat discreet om met gegevens over de lerende.
3.0   Gevorderd
6.2   Communiceert op basis van overleg met collega’s of externen met ouders en verzorgers over de lerende.
3.0   Gevorderd
6.3   Informeert en betrekt ouders en verzorgers bij het klas- en schoolgebeuren.
3.0   Gevorderd
6.4   Communiceert respectvol met ouders en verzorgers met oog voor de diversiteit en de complexiteit van de context zodat de verantwoordelijkheid en de zorg rond opvoeding en onderwijs gedeeld wordt.
1.0   Basis
7.1   Overlegt en werkt samen binnen een schoolteam.
3.0   Gevorderd
7.2   Overlegt binnen een team over de eigen/gezamenlijke pedagogische en didactische opdracht en leeft afspraken na.
3.0   Gevorderd
7.3   Ondersteunt de onderwijsvisie van de school, ook vanuit de levensbeschouwelijke identiteit van de school.
3.0   Gevorderd
7.4   Werkt in co-of teamteaching gezamenlijke leeractiviteiten uit voor de lerenden.
3.0   Gevorderd
7.5   Reflecteert in teamverband over het functioneren van het onderwijsteam.
1.0   Basis
8.1   Werkt samen met externe partners om het welbevinden en/of de leerkansen van de lerenden te verhogen.
1.0   Basis
8.2   Werkt samen met externe partners om de draagkracht van het schoolteam te vergroten.
1.0   Basis
8.3   Werkt samen met externe partners om duurzame maatschappelijke ontwikkelingen te realiseren.
1.0   Basis
9.1   Neemt, vanuit een onderbouwd standpunt, deel aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema’s ook in een internationaal perspectief.
1.0   Basis
9.2   Gaat in gesprek over zijn beroep en de plaats ervan in de samenleving, ook vanuit internationaal perspectief.
1.0   Basis
10.1   Denkt vanuit een breed maatschappelijk interpretatiekader kritisch na over heel diverse actuele samenlevingskwesties om met een open geest te dialogeren met onderbouwde argumenten.
1.0   Basis
10.2   Toont verdere ontwikkeling van een eigen levensbeschouwelijke identiteit.
2.0   Doorgroei
11.1   Beslissingsvermogen: durft een standpunt in te nemen of tot handeling over te gaan en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
3.0   Gevorderd
11.2   Relationele gerichtheid: toont in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect.
3.0   Gevorderd
11.3   Kritische ingesteldheid: durft zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit en de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
3.0   Gevorderd
11.4   Leergierigheid en eigenaarschap: is nieuwsgierig, zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen en neemt het leren in eigen handen.
3.0   Gevorderd
11.5   Organisatievermogen: is erop gericht de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
3.0   Gevorderd
11.6   Zin voor samenwerking: engageert zich om collectief aan dezelfde taak te werken.
3.0   Gevorderd
11.7   Verantwoordelijkheidszin: toont zich verantwoordelijk voor de school als geheel en gaat het engagement aan om een positieve ontwikkeling van de lerende(n) te bevorderen.
3.0   Gevorderd
11.8   Flexibiliteit: past zich aan wijzigende omstandigheden zoals middelen, doelen, mensen en procedures.
3.0   Gevorderd
11.9   Creativiteitszin: denkt out-of-the-box en is erop gericht dit bij lerenden te stimuleren.
3.0   Gevorderd
11.10   Speelsheid: zich enthousiast tonen en aansluiting vinden bij de leef- en belevingswereld van de lerende.
3.0   Gevorderd
11.11   Maatschappelijk engagement: kiest ervoor een maatschappelijk engagement op te nemen om bij te dragen tot een betere wereld.
3.0   Gevorderd
11.12   Diversiteitsdenken: bekijkt personen en situaties vanuit verschillende invalshoeken, stuurt het eigen referentiekader bij vanuit interactie met anderen, ziet diversiteit als een normaal onderdeel van de maatschappij en gebruikt het als leerkans.
3.0   Gevorderd
11.13   Duurzaamheid: zet in op duurzaam leren, gaat duurzaam om met materiaal, engageert zich voor duurzaam samenleven.
3.0   Gevorderd