1.1 Achterhaalt de beginsituatie van de lerende en de leergroep.
|
|
5.1 Reflecteert systematisch en kritisch over zijn eigen functioneren, zijn klas- en schoolpraktijk.
|
|
5.2 Zoekt onderbouwde antwoorden op praktijkvragen in (internationaal) onderwijsonderzoek om de kwaliteit van zijn onderwijs te versterken.
|
|
5.3 Integreert vernieuwende inzichten en innoveert.
|
|
5.4 Voert een eenvoudig praktijkgericht onderzoek uit en deelt zijn inzichten.
|
|
5.5 Definieert persoonlijke professionaliseringsnoden in functie van levenslang leren.
|
|
11.3 Kritische ingesteldheid: durft zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit en de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
|
|
11.4 Leergierigheid en eigenaarschap: is nieuwsgierig, zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen en neemt het leren in eigen handen.
|
|