3.3 zet actuele (praktijk)wetenschappelijke kennis, wet- en regelgeving en praktijkervaring in om situaties in te schatten.
|
|
4.2 werkt proactief waar mogelijk.
|
|
6.1 start uiteenlopende sociaal-agogische processen op, begeleidt, rondt af, evalueert, en stuurt bij en volgt op.
|
|
7.1 zet verschillende communicatie- en interactievormen in, in functie van de betrokkenen, context en doeleinden.
|
|
8.1 analyseert kritisch maatschappelijke ontwikkelingen.
|
|
11.1 participeert actief aan professioneel overleg.
|
|
11.2 werkt vlot samen met professionals uit eigen en andere disciplines.
|
|
11.3 bouwt netwerken uit van relevante personen en organisaties.
|
|
12.2 herkent de grenzen van eigen deskundigheid.
|
|
12.4 geeft vorm aan levenslang leren.
|
|
12.5 werkt samen rond praktijkonderzoek en expertise-ontwikkeling.
|
|