Odisee | ECTS
[PRD][v1.3.0.0]
ECTS OLR & Kerndoelen

Opleidingsonderdeel (OPO): Eindstage in Europa (OWA00U)

Academiejaar:


Opleidingsspecifieke leerresultaten

1.   Gebruikt wetenschappelijke kennis en inzicht in systemen en toepassingen van de agro- en biotechnologische sectoren om complexe, sectorgebonden uitdagingen aan te pakken, ook in een niet-vertrouwde context.

2.   Zoekt bij het analyseren en oplossen van sectorgebonden vraagstukken, doelgericht naar wetenschappelijke, technische en praktijkgebaseerde informatie, evalueert en verwerkt deze kritisch en refereert correct.

3.   Detecteert binnen een afgelijnd kader een probleem en formuleert een adequate probleemstelling.

4.   Plant autonoom een project en werkt het uit, rekening houdend met de randvoorwaarden en de haalbaarheid in de praktijk.

5.   Voert op een kwaliteitsvolle en veilige manier praktische werkzaamheden uit binnen de agro- en biotechnologische sectoren.

6.   Neemt kritisch doordachte en maatschappelijk verantwoorde beslissingen in functie van het werken met levende materie.

7.   Stelt zich zowel individueel als in teamverband ondernemend op en neemt mee de leiding en verantwoordelijkheid voor de resultaten.

8.   Combineert zijn technische kennis en vaardigheden met inzicht in juridische, economische, ecologische en humane ontwikkelingen om duurzaam te handelen in een internationale context.

10.   Toont een open attitude waarmee hij/zij de actuele maatschappij met al zijn uitdagingen kritisch benadert, en zin voor initiatief om daarin zijn/haar verantwoordelijkheid te nemen.

11.   Vormt vanuit een ethisch bewustzijn een visie op vraagstukken in de agro- en biotechnologische sectoren, met inbegrip van duurzaamheid.

13.   Past zijn brede kennis en vaardigheden op een multidisciplinaire manier toe in de agro- en biotechnologische sectoren.

15.   Werkt constructief samen met anderen, met respect voor de mens, de materie waarmee hij werkt en het ecosysteem.



Kerndoelen

1.1    De bachelor AB kent en beheerst de theorieën en technieken uit de eigen afstudeerrichting (1) en kan deze toepassen bij praktijkrelevante problemen. (23)
3.0   Gevorderd
1.2   De bachelor AB kan procedures en toepassingen vanuit een vertrouwde context toepassen op een nieuwe situatie (2).
2.0   Doorgroei
1.3   De bachelor AB kan vanuit een basisbegrip (1) van de agro- en biotechnologische sector zelfstandig nieuwe bijkomende informatie vergaren (1) en zich eigen maken (2).
2.0   Doorgroei
2.1   De bachelor AB kent en beheerst de elementen van een wetenschappelijke aanpak (1) en kan deze toepassen bij het oplossen van praktische problemen (2).
2.0   Doorgroei
3.2   De bachelor AB kan met de kennis van de basiswetenschappen en van zijn eigen afstudeerrichting (1) zelf oplossingen formuleren voor praktijkrelevante problemen en deze oplossingen onderbouwen (23).
3.0   Gevorderd
3.3   De bachelor AB kan een complexe uitdaging herleiden naar overzichtelijk afgebakende deeltaken en een stappenplan ontwerpen om deze doelmatig en efficiënt aan te pakken (23).
3.0   Gevorderd
4.1   De bachelor AB maakt verantwoorde keuzes op basis van de basiskennis en specifieke kennis van de eigen afstudeerrichting (23).
3.0   Gevorderd
4.2   De bachelor AB kan een uitgewerkt project evalueren (2) en bijsturen waar nodig (3).
3.0   Gevorderd
5.3   De bachelor AB is vertrouwd met de sectorspecifieke risico’s en weet hoe hiermee om te gaan (12).
3.0   Gevorderd
6.1   De bachelor AB is op de hoogte van de ethische context (1), kan hiermee een eigen opinie formuleren (2) en kan zijn eigen handelingen onderbouwen (3).
3.0   Gevorderd
6.2   De bachelor AB kan kritisch reflecteren op zijn eigen handelen en dat van anderen (3).
3.0   Gevorderd
6.3   De bachelor AB kan een afweging maken tussen maatschappelijke noden en het gebruik van levende materie (23).
3.0   Gevorderd
7.3   De bachelor AB ziet prioriteiten binnen een complexe context en neemt initiatief (3).
3.0   Gevorderd
8.6   De bachelor AB kan kennis van de technische, juridische, economische, ecologische en humane context combineren om bepaalde handelingen te stellen (2) en te verantwoorden (3).
3.0   Gevorderd
10.1   De bachelor AB begrijpt de persoonlijke en maatschappelijke spanningsvelden waarmee een individu geconfronteerd wordt in de agro- en biotechnologische sectoren (1) en kan hiermee een eigen standpunt construeren en beargumenteren (3).
3.0   Gevorderd
11.1   De bachelor AB is op de hoogte van de ethische context (1), kan hiermee een eigen opinie formuleren (2) en kan zijn eigen handelingen onderbouwen (3).
3.0   Gevorderd
11.3   De bachelor AB is op de hoogte van alternatieve werkwijzen (1) en kan deze constructief kritisch evalueren (3).
3.0   Gevorderd
11.4   De bachelor AB situeert autonoom de gevolgen van activiteiten binnen zijn beroepscontext in een brede maatschappelijke context en maakt ethisch verantwoorde keuzes (3).
3.0   Gevorderd
13.1   De bachelor AB kan vanuit een brede basiskennis (1) vakoverschrijdende informatie samenbrengen (2) om een probleem op te lossen (3).
3.0   Gevorderd
13.2   De bachelor AB integreert op zelfstandige basis de kennis en inzichten uit de basisopleiding en de eigen afstudeerrichting (23).
3.0   Gevorderd
13.3   De bachelor AB staat open voor de inbreng van anderen en levert een constructieve bijdrage binnen een multidisciplinair team (23).
3.0   Gevorderd
15.1   De bachelor AB kan in teamverband werken met respect voor ieders talenten (2).
2.0   Doorgroei
15.2   De bachelor AB kan nadenken over de gevolgen van zijn activiteiten voor zowel zijn medemens als het milieu (2) en op basis daarvan keuzes rechtvaardigen (3).
2.0   Doorgroei